dinsdag 21 juli 2015

Blog 36 De laatste mensen


Er zijn van die dagen dat weer duidelijk wordt wat er in de hoofden van mensen omgaat. Of wat er nu juist niet in omgaat. Eerst had ik een gesprek met een overigens alleraardigste buurman van verderop. Al sprekend over wereldkwesties en over het probleem van de immigratie werd duidelijk dat volgens hem, hij spreidde een brede glimlach ten toon, het ons mensen toch moest lukken om grenzenloos in harmonie samen te leven. Open grenzen waren voor hem een gotspe, want we waren immers toch allemaal gelijk als mens en waartoe dan nog grenzen?  Ik neem aan dat zijn huismuren niet onder deze Thélauiaanse droom vielen want zelfs dromers als hij hebben vaak een laatste bastion dat wel heilig voor hen is.  Hoe deze maagdelijke droom nu bewaarheid moest worden wist hij niet. Maar hij geloofde er heilig in. Net zoals al diegenen die zweven op een zoete maar kleverige wolk waar alle verderf is uitgestoten.

Diezelfde avond las ik toevallig een ingezonden stuk van een mevrouw Quadvlieg in de Telegraaf. Het was een reactie op een voorstel om van Nederland een koopwalhalla voor rijke Arabieren te maken. Al betrof haar reactie nu niet direct immigranten, asielzoekers of vluchtelingen, de toonzetting en implicatie waren dezelfde als bij diegenen die wel een blijvende toelating van dergelijke personen bepleiten. Mevrouw Quadvlieg vond Arabische vrouwen die onder hun nikab allemaal Prada en Chanel hadden maar stiekem. En wat zou er, zo vroeg zij zich af, dan nog meer stiekem gebeuren? Zij besloot haar korte reactie op onnavolgbare wijze: “Hier komen is oké, maar dat geheimzinnige gedoe mogen ze thuis laten”. In een achteloze handomdraai zou deze mevrouw, als het aan haar lag, er vast voor zorgen dat deze vrouwen, natuurlijk zonder nikab (gaan we regelen!), en vast nog heel veel anderen wel naar hier mochten komen.  My land is your land. En blijkbaar ‘not my land’.

De westerse democratie, ik heb dat al eens elders betoogd, is een project van verminderde aansprakelijkheid. Ze past bij de wereld van de markt en heeft er mede toe geleid dat burgers niet vragend met de nationale gemeenschap verbonden zijn maar slechts hun gerechtigde stem laten gelden. Democratische systemen en praktijken hebben solipsistische individuen opgeleverd die hun opvattingen baseren op hun enige en unieke stem die vooral binnen zichzelf echoot. Over gevolgen maken dergelijke burgers die in feite de wereld naar hun hand pogen te  zetten, zich niet zo druk. Het zijn immers ‘hun’ gevolgen: ze zijn hun eigendom en zijn zo werkelijk als zij dat willen. Juist de democratische illusie heeft er toe geleid dat burger-kiezers steeds meer opgesloten zijn geraakt binnen hun eigen stem en zich nauwelijks meer een samenleving van meer stemmen en andere contrasterende ervaringen kunnen voorstellen. Hun bekommernis voor de eigen gemeenschap is met hun stem uitgeput. De Duitse filosoof Peter Sloterdijk schrijft in zijn boek  ‘In hetzelfde schuitje’ dat democratie een schuilnaam is voor het moderne individualisme. De democratie staat hem, de burger,  toe niet te denken aan de staat en aan de kunst van het bij elkaar horen. De Joodse filosoof Martin Buber dacht ook na over de gemeenschap en ook hij, net zoals Peter Sloterdijk, benadrukte de relationele kracht waardoor een gemeenschap überhaupt ontstaat. Hij had een scherp oog voor oneigenlijke voorstellen om de gemeenschap ‘ buitenom’ te revitaliseren. Iets komt uit de schoot van de gemeenschap voort of ze komt niet voort. En die gemeenschap is van nature een bedreigde gemeenschap. Ook denkers als Otto Bolnow, Antoine de Saint-Exupéry en Alain Finkielkraut dachten na over de kwetsbaarheid van gemeenschappen. Alles op deze wereld is voorwaardelijk.

De westerse immigratiepolitiek nu, heeft alleen maar kunnen floreren, omdat burgers steeds minder in een werkelijke relationele gemeenschap leefden die temporeel bepaald was door verleden, heden en toekomst maar in een virtueel universum dat in de eerste plaats slechts hun grijpreflex omspande, en het doorgeschoten altruïsme op andermans kosten van de laatste decennia reken ik daar ook onder. Sloterdijk noemt dergelijke burgers de laatste mensen, wat zoveel zeggen wil dat hij denkt dat deze burgers zich gedragen alsof zij de laatste mensen zijn. Wat zo ongeveer hetzelfde is als dat zij denken de enige mensen binnen hun gemeenschap te zijn. Dat hiervoor een prijs betaald moeten worden, moge duidelijk zijn.

Dus: er worden mensen op semi-permanente basis tot de westerse samenlevingen toegelaten, die dat juist toestaan omdat zij al geërodeerd zijn.